We rijden (138 kms) naar het Parco delle Madonie om Castelbuono te bezoeken.
De Sicilaanse Alpen,
zo worden Le Madonie, een uit kalksteen en dolomiet bestaand bergmassief in het
achterland van Cefalù, wel genoemd. De hoogste top is die van de Pizzo
Carbonara, met zijn 1979 m de op een na hoogste berg van Sicilië.
Om dit eldorado voor
botanici en wandelliefhebbers intact te houden, werd het ca. 40.000 ha grote
gebied tot natuurpark uitgeroepen.
In de bergdorpen
kunt u kennismaken met het landelijke Sicilië. Veel van deze dorpen werden al onder de Arabieren en Normandiërs gesticht
ter beveiliging van het achterland. De boeren hier houden zich vooral bezig met
veeteelt. De levensmiddelenwinkeltjes verkopen in de lente verse caciocavallo (kaas van koemelk), tuma en primosale (schapenkaasjes) en soms nog warme ricotta.
Castelbuono
Het door pluimessen,
olijf- en amandelbomen omringde Castelbuono (9300 inw.), 25 km ten zuidoosten
van Cefalù, is een ideaal uitgangspunt voor een verkenning van Le Madonie. Eeuwenlang was het stadje Italiës grootste
producent van manna, een suikerachtig
sap dat wordt gewonnen uit de stam van
de pluimes (of manna-es, een boom uit de olijffamilie). Inmiddels wordt deze
waardevolle grondstof alleen nog hier, in het nabijgelegen Pollina en in Geraci
Siculo gewonnen. Manna wordt nog steeds gebruikt bij de bereiding van zoetwaren, maar ook als natuurlijk
laxeermiddel, in het bijzonder bij kleine kinderen.
Het fraaie stadje
ontstond rond het in 1316 gebouwde kasteel van de Ventimiglia, die in 1454 hun
regeringszetel van Geraci naar hier verplaatsten om van Castelbuono het
economisch centrum van Le Madonie te maken. Daarbij werden ook de relikwieën
van de heilige Anna, de moeder van Maria, overgebracht. Voor deze
patroonheilige van Castelbuono richten
zij op de tweede verdieping van het kasteel de rijkversierde Cappella
Palatina in, die in de 17e eeuw door Vincenzo Messina en
Giuseppe Serpotta (broer van de beroemde Giacomo) met putti en guirlandes op
een gouden ondergrond werd aangekleed.
We verlaten Castelbuono en gaan de
ricottaboerderij di Collesano bezoeken, met degustatie van ricotta, hapjes, brood en 1
glas wijn
Prachtige landschappen, onderweg naar Cefalu |
Cefalù
Een reuzenhoofd van kalksteen
kondigt de levendige badplaats Cefalù
(14.000 inwoners) aan met zijn verzorgde, langzaam in zee aflopende
zandstrand. Kephaloidion (van kephale, hoofd) werd het door de Grieken genoemd.
Al bewoond sinds voorhistorische tijden, beleefde Cefalù zijn bloeitijd onder
de Normandiërs. Slagader is de voor auto’s verboden Corso Ruggero, die het stadje in tweeën deelt: aan de ene kant
strekt zich bergop de middeleeuwse wijk met zijn trapstraatjes en steegjes uit,
aan de andere lopen rechte, door paleizen en kerken geflankeerde straatjes naar
de zee, waar aan de Via Vittorio Emanuele nog een wasplaats uit de Arabische
tijd bewaard is, die tot in de 20e eeuw door vrouwen van Cefalù werd
gebruikt.
Una cosa da vedere è il lavatoio medievale che ricorda la storia di Cefalino, il fiume 'più puro dell'argento e più freddo della neve'. La leggenda lo dice generato dalle lacrime ininterrotte di una ninfa pentita di aver punito con la morte il tradimento di chi amava.
Quasi nascosti, lavatoio e fiume, in un androne scalinato in discesa, dove è facile immaginare le voci di fatica delle donne in un passato per molte ancora brutalmente presente dentro una gran fetta di mondo.
L'acqua fugge dalle bocche nelle pareti e riempie rumorosamente le vasche, poi cerca il mare. Limpida e veloce come il tempo di un pensiero per qualcuno o qualcosa che non c'è più.
Voorbij de Osterio Magno (Corso Ruggero 75), tegenwoordig in gebruik voor exposities, bereikt u het hart van Cefalù, de met palmen beplante en door terrassen omzoomde Piazza Duomo.
Aan het plein verrijst de imposante kathedraal die de Normandische vorst Rogier II in de 12de eeuw voor het nieuwe bisdom Cefalù liet bouwen. Eigenlijk was de dom bedoeld als grafzerk voor de Normandische dynastie, maar de bouw was nog lang niet voltooid toen Rogier overleed, zodat zijn sarcofaag en die van zijn vader uiteindelijk in de kathedraal van Palermo werden bijgezet. De machtige kerk met haar twee massieve torens is een imposant voorbeeld van Normandische architectuur.
Het interieur heeft de vorm van een driebeukige zuilenbasiliek met rijk versierde kapitelen en – kenmerkend voor Normandische kerken – een zeer hoge dwarsbeuk en een koor met kruisribgewelven. Hoogepunt zijn de mozaïeken in het koor, die tot de oudste in Sicilië behoren. Sinds een aantal jaren is de gerestaureerde kruisgang met zijn mooie tweelingzuiltjes weer toegankelijk.
Terug de bus op richting Palermo waar we het avondmaal nemen en overnachten in hotel Casena dei Colli
Geen opmerkingen:
Een reactie posten